Certificeer en controleer tijdig uw tuigage
Een volledige tuigage keur met certificaat kunt u met een vertrouwd gevoel aan Service Maritiem overlaten. Via het NBKB ontvangt u uw certificaat. Zo heeft u weer voor de eerstvolgende jaren qua papier werk alles op orde is.
Maar u kunt ook een tussentijdse controle aanvrage. Op zich niet vrekeerd om even een paar ogen er bij te hebben die wellicht net iets anders kijken dan u zelf.
Een tuigagecertificaat voor de beroepsvaart is 2,5 jaar geldig. Een mast certificaat is 5 jaar geldig.
Wat kunt u onder andere verwachten:
- Nadat er een afspraak gemaakt is, volgt er een inspectie aan uw mast en of tuigage.
- Bij staande mast(en) wordt van de eigenaar of schipper verwacht dat het schip bij een plek ligt dat men met een verrijker oid omhooggaat voor inspectie bovenin.
(Dit werd vroeger middels een bootsman-stoeltje gedaan, maar daarmee kwam de veiligheid in het gedrang. Hier zijn onderling afspraken over gemaakt met collega’s. En wordt dit niet meer gedaan. Zie ook de eisen die momenteel gesteld worden.)
- Kunt u de mast strijken dan is dat nog beter.
- Houten masten dienen om de vijf jaar gestreken te worden. Het beslag dient verwijdert te worden voor een goede en overzichtelijke inspectie. Zo ook voor de rondhouten. Alle beslag er af halen voor een overzichtelijke inspectie.
- Het is raadzaam voor de schipper of eigenaar wanneer deze mee omhoog gaat dat hij/zij een tuigje aan heeft. Over het algemeen heeft de kraandrijver of machinist verrijker/hoogwerker deze voorhanden. Tevens moet de kraan voorzien zijn van een veiligheidscertificaat (vraag er naar).
- Na controle wordt er een rapport opgemaakt die u dan ook binnen 24 uur ontvangt. Er kan zelfs ter plekke een werklijstje opgemaakt worden.
- Het rapport wordt doorgestuurd naar het NBKB die nadat alles in orde wordt bevonden het certificaat voor u opmaakt.
Er wordt gewerkt volgens de gestelde eisen van ES-TRIN die gelden voor de professionele binnenvaart.
Keuring mast & tuigage:
1. De keuring omvat ten minste een inspectie van:
a) de zeilen, inclusief de lijken, schoothoek en reefogen;
b) de toestand van masten en rondhouten;
c) de toestand van het staand en lopend want, inclusief de draadverbindingen;
d) de uitrusting om het zeil snel en veilig te kunnen strijken;
e) de deugdelijke bevestiging van blokken van vallen en dirken;
f) de bevestiging van mastkokers en overig aan de scheepsconstructie aangebrachte bevestigingspunten van staand en lopend want;
g) de voor de zeilvoering aanwezige lieren;
h) de overige ten behoeve van het zeilen aangebrachte voorzieningen zoals zwaarden en de voor de bediening daarvan aanwezige installaties;
i) de voorzieningen die zijn getroffen om schavielen van rondhouten, staand en lopend want en zeilen te voorkomen;
j) de uitrusting als bedoeld in artikel 20.18.
2. Het onderdeks gelegen deel van doorgestoken houten masten wordt regelmatig, na een door de Commissie van deskundigen vastgelegde tussentijd, maar uiterlijk bij ieder periodiek onderzoek onderzocht. Hiertoe wordt de mast getrokken voor inspectie aangeboden.
3. Een door de Commissie van deskundigen afgegeven, gedateerd en ondertekend bewijsstuk van de laatste overeenkomstig eerste lid uitgevoerde keuring bevindt zich aan boord.
Hoofdstuk 20 Europese standaard
De regels aangaande tuigage van beroepszeilschepen volgens de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen geldende van 07-10-2018 t/m heden zijn vastgelegd in:
Hoofdstuk 20 Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen