De vloeibaargasinstallatie voor verwarmings-, kook- en koelinstallaties die werken op gas moeten voldoen aan hoofdstuk 14 (artikel 13.01 lid 1) met uitzondering van passagiersschepen. Voor passagiersschepen geldt op basis van artikel 15.01, lid 2e, dat vloeibaargasinstallaties zoals bedoeld in hoofdstuk 14 verboden zijn.
Dit verbod geldt echter niet voor passagiersschepen met een lengte ≤ 45 m, indien dit voldoet aan de onder artikel 15.15, lid 9, XC genoemde voorwaarden.
De opmerking betreft echter BBQ’s die aan boord van schepen worden gebruikt. Hierop zijn de hieronder vermelde opmerkingen van toepassing.
De interpretatie van ILT is dat vloeibaargasinstallaties alleen in specifieke ruimtes geplaatst mogen worden en de toestellen vast moeten zijn opgesteld en geïnstalleerd. Het gebruik van een (vaste geïnstalleerde) BBQ in een verblijf, keuken of kombuis is dan toegestaan tenzij artikel 15.01, lid 2e, van toepassing is.
Het gebruik van verplaatsbare BBQ’s aan dek valt niet binnen de voorschriften en is dan ook niet toegestaan. De voorschriften waar ILT op doelt zijn:
– Artikel 14.02 lid 1, vloeibaargasinstallaties moeten in al hun onderdelen geschikt zijn voor het gebruik van propaan en deugdelijk zijn uitgevoerd en opgesteld.
– Artikel 14.02 lid 2, vloeibaargasinstallaties mogen slechts worden gebruikt voor huishoudelijke doeleinden in de verblijven en in het stuurhuis, alsmede voor overeenkomstige doeleinden op passagiersschepen.
– Artikel 14.10 lid 1, er mogen slechts gebruiksapparaten worden geïnstalleerd die in één van de Oeverstaten of België voor propaan zijn toegelaten.
– Artikel 14.10 lid 2, elk gebruiksapparaat moet zodanig zijn opgesteld en aangesloten dat het niet kan omvallen of onopzettelijk verschuiven en dat onopzettelijk losraken van de aansluitleidingen niet mogelijk is.